Terugblik Zomercursus Coimbra ‘Alle Registers Open II’ (3 t/m 9 september 2023)

Begin september reizen achtentwintig studenten en zes docenten naar CoÏmbra, in Portugal, om elkaar daar te
ontmoeten. Ze komen uit Portugal, Spanje, Italië, Zweden, België en Nederland en nemen deel aan de
vijftiende editie van de intensieve zomercursus Nederlands op locatie van MediterraNed, mogelijk gemaakt
door de Nederlandse Taalunie, onder leiding van Antoinet Brink.
Elke ochtend klimmen zij vanuit het hotel naar de faculteit der letteren voor eerst een ronde taalgymnastiek,
begeleid door Antoinet Brink. Daarna volgen de lessen van Arthur Verbiest, Henk Noorland, Astrid van Winden,
Jet Crielaard en Lieve Sprengers. Het centrale thema van de week is poëzie en zang.
Antoinet Brink begint de dag steevast op speelse wijze met taalgymnastiek, onder andere met taalriedels en de
vrolijke Tomatensalade. Zo trainen de studenten op een ontspannen manier hun gezichtsspieren en uitspraak,
om aansluitend opgewarmd bij hun parallellessen aan te schuiven.
Arthur Verbiest gooit alle registers open om de studenten enthousiast te maken voor gedichten. Het
vooroordeel dat poëzie moeilijk zou zijn hoopt hij te slechten door “Herinnering aan Holland” en “Melopee”
vanuit verschillende invalshoeken te belichten. Aanvankelijk zijn de studenten (van wie sommigen pas één jaar
met Nederlands bezig zijn) wat huiverig maar het vonkje begint over te slaan: de kennismaking met deze
prachtige gedichten is inderdaad best te doen en de teksten zijn voor iedereen toegankelijk. Het laatste halfuur
van de lessen wordt besteed aan het schrijven van haiku’s en ja, het is verbluffend te zien dat er studenten bij
zijn die daar iets prachtigs van maken.
Henk Noorland schotelt zijn studenten een aantal muzikale lessen voor. Vergezeld van zijn gitaar oefent en
zingt hij bestaande liedjes, en daarnaast put hij uit zijn eigen repertoire. De kleine schroom in het begin wordt
snel afgeschud, aan het einde van de les zingen de studenten al uit volle borst. Tijdens de tweede les staan de
verschillen tussen Amsterdam en Rotterdam centraal, met twee Amsterdamse en twee Rotterdamse liedjes.
Henk biedt op die manier voldoende variatie in zijn les om de studenten tot het eind toe te boeien. Zozeer dat
zij hem vragen ook na de colleges met hen muziek te maken.
Astrid van Winden laat de studenten kennismaken met Delft als studentenstad en als stad van Vermeer, Willem
van Oranje, Delftsblauw en de monumentale gebouwen. En hoe is het om op de zaterdagse markt te werken?
De Nederlandse Loes vertelt in een video over haar bijbaan in de kaaskraam.
De lessen van Jet Crielaard gaan over klankpoëzie, waarin de studenten hun geschreven klankpoëzie in beeld
brengen en exposeren. Naast de haiku’s uit de les van Arthur Verbiest, in een van de gangen van het
universiteitsgebouw.
Met Lieve Sprengers reizen de studenten naar het kleine België. In de eerste les vertellen ze elkaar meer over
Belgen en Vlaamse steden (Oostende, Gent, Brugge, Brussel en Antwerpen). In de tweede les neemt Lieve hen
mee naar de stad van Tourist LeMC, diamanten, mode, gedichten, handjes én Matthias Schoenaerts
(Antwerpen dus). Al zingend gaan ze met de trein naar Oostende (Spring) en zien ze de lichtjes van de Schelde
(Bobbejaan Schoepen). En natuurlijk gaan de studenten naar huis met een aantal Vlaamse woorden (amai, zot,
tof, plezant) en een chokotoff.
Een eerste opdracht, die de studenten op een podium presenteren, is het voordragen van een gedicht. Uit het
hoofd, in duo’s. De studenten zijn bij de voorbereiding, zo veel als nodig, begeleid. Door de collegezaal galmen
Nederlandse gedichten met Spaanse, Italiaanse en Zweedse tongval. Als alle duo’s ontspannen in de collegezaal
zitten ná het voordragen, worden zij getrakteerd op een poëzievoordracht door Jet Crielaard, die toont hoe
weldadig woorden kunnen wandelen op de tong.
De hele week vinden er coaching sessies plaats, waarbij een docent werkt met twee of drie studenten aan
individuele spreekvaardigheid en uitspraak, en waar ze samen de groepsopdrachten bespreken.
Op donderdagavond bezoeken docenten en studenten een fado concert in een kleine zaal in het hellende-
straatjes-labyrint van CoÏmbra. Na afloop drinkt iedereen een glaasje port op de schilderachtige binnenplaats
achter de zaal.

Op de laatste dag wacht de studenten weer een gevarieerd programma. Allereerst een lezing van Lieve
Sprengers over België. Ze sluit daarbij aan bij de belevingswereld van de studenten, bijvoorbeeld door toe te
lichten wat het inhoudt om ‘op kot te gaan’. Henk Noorland neemt met zijn gitaar de studenten mee in de
liedjes die zij de afgelopen week leerden in zijn lessen. Dan neemt de spanning toe. De studenten hebben in
drietallen presentaties voorbereid. Aan het begin van de week kregen zij de opdracht een presentatie te maken
die betrekking heeft op deze week in CoÏmbra. De presentaties variëren van een quiz, filmpjes, interviews, tot
een lied of een les. Arthur Verbiest en Jet Crielaard introduceren alle presentaties en praten het programma
samen tot één geheel.
En dan de slotavond. Bijna iedereen komt droog bij het restaurant aan, ondanks de enorme, tropisch
aandoende regenbui. Een lekker en gezellig afscheidsdiner met een voorstelling van foto´s van momenten van
de cursusweek én het samen zingen van het cursuslied waarvoor Henk Noorland de tekst speciaal heeft
geschreven.
De studenten geven na afloop aan dat zij de creatieve benadering van de Nederlandse taal, die in veel lessen
naar voren kwam, verrassend vinden en daardoor geïnspireerd en gemotiveerd zijn geraakt. Ook geven ze aan
dat hun schroom om Nederlands te praten voor een groot deel verdwenen is.