Più libri più liberi: een rondetafelgesprek over Nederlandse klassiekers

Van 4 tot 8 december opende La Nuvola, het nieuwe congrescentrum van Rome, nogmaals haar deuren voor Più libri più liberi (Meer boeken meer vrijheid), de boekenbeurs voor kleine en middelgrote uitgevers die sinds 2017 in Rome plaatsvindt. De beurs verwelkomt elk jaar ongeveer 500 uitgevers uit heel Italië en is voor vijf dagen een unieke ruimte waar het publiek de kans krijgt om zowel auteurs te ontmoeten als aan lezingen, muziekoptredens en literaire debatten deel te nemen.

Op donderdag 5 december, van 14:30 tot 15:30, vond in de zaal Vega van het moderne congrescentrum een rondetafelgesprek over Nederlandse klassiekers plaats, georganiseerd door de Nederlandse Ambassade. Tijdens dit gesprek interviewde vertaler Antonio De Sortis twee neerlandici: professor en vertaler Franco Paris (Universiteit “L’Orientale” van Napels) en professor Marco Prandoni (Universiteit van Bologna).

Het publiek genoot van een prachtig overzicht van de Nederlandse literatuur, van het revolutionaire meesterwerk Max Havelaar van Multatuli, “the book that killed colonialism”, in meer dan veertig talen vertaald, tot de werken van de grote drie Willem Frederik Hermans (1921-1995), Gerard Reve (1923-2006) en Harry Mulisch (1927-2010), aan wie veel critici de naam van Hella Haasse (1918-2011) toevoegen. Uit het werk van deze auteurs komen diverse aspecten van de Nederlandse mentaliteit naar voren. Gedesillusioneerd door de oorlog, werpen ze een cynische en vaak provocerende blik op de wereld, en hebben ze daarnaast de kracht om de absurditeit, het sadisme en ook de krankzinnigheid van hun tijd in beeld te brengen.

Tijdens het debat werd de nadruk, onder andere, gelegd op de echo’s van het trauma van de koloniale ervaringen, gerelateerd aan de dramatische gebeurtenissen in Indonesië, Zuid-Afrika en Suriname, zoals blijkt uit de prachtige boeken van Alfred Birney (1951), Adriaan van Dis (1946) en Anton de Kom (1898-1945). Terugdenkend aan de jaren toen hij in Padua door de colleges van Jeannette Koch de postkoloniale Nederlandse literatuur ontdekte, verwees Marco Prandoni naar Jeroen Brouwers (1940-1922) en raadde hij het boek De tuinen van Buitenzorg aan, van Jan Brokken, in het Italiaans verschenen als La suite di Giava. Volgens Franco Paris is De tolk van Java van Alfred Birney, in het Italiaans L’inquisitore di Giava, niet te missen.

Tenslotte benadrukte Antonio De Sortis het belang van literaire non-fictie, een genre dat in Nederland heel populair is geworden, dankzij bijvoorbeeld de boeken van Frank Westerman (1964) en Geert Mak (1946), die historische en actuele werkelijkheid behandelen, met gebruik van literaire verhaaltechnieken.

Het evenement maakt deel uit van een reeks initiatieven die gericht zijn op het bevorderen van de kennis van de Nederlandse literatuur. Antonio De Sortis is op dit moment een reeks van acht podcasts aan het voorbereiden, gewijd aan enkele van de bekendste Nederlandse auteurs, die vanaf april zullen worden uitgezonden. Bovendien zijn docenten en studenten Nederlands van de universiteiten van Triëst, Bologna, Padua, Rome en Napels ondertussen bezig met een project in verband met de Turijns Boekenbeurs 2025, waar Nederland het gastland zal zijn.